problematiek dassen bij spoortalud

Strategie aanpak ongewenste graafactiviteit das bij vitale infrastructuur


Hoewel dassen al tientallen jaren nabij en in het spoortalud leven, is de bedreiging voor de spoorveiligheid pas de laatste paar jaar actueel geworden. Ook de functionaliteit van dijken en (in veel mindere mate) snelwegen kan worden bedreigd door de aanwezigheid van dassen. Namens Das&Boom richt ik me tot nu toe vooral op de spoorveiligheid in relatie tot de das.

Uitgangspunten in het kort
Onderstaande aanpak heb ik een jaar of 7 geleden vanuit Das&Boom aan ProRail voorgesteld en later, met ervaringen in de praktijk, verder heb uitgewerkt.
Deze aanpak wordt momenteel door ProRail toegepast.



Groot maatschappelijk belang, spoorveiligheid


Dit maatschappelijk belang staat bij de aanpak voorop.
Vanuit dat gegeven gelden de bepalingen van de Zorgplicht (art. 11.27 Besluit activiteiten leefomgeving, BAL) die leidend zijn voor de aanpak van overlast;
* Redelijkerwijs alle maatregelen nemen om nadelige effecten voor de das te voorkomen.
* Onvermijdelijke nadelige effecten zoveel mogelijk beperken en compenseren.


Natuur inclusieve oplossingen


Een natuur- (das) inclusieve oplossing, waarbij de das in zijn eigen leefgebied blijft en constructieve functies van het spoor effectief gescheiden worden van de ecologische functies voor de das, andere diersoorten en planten, is een effectieve, duurzame en economische oplossing voor de problematiek.



Overlast beheersbaar maken


Duurzaam behoud van ecologische functionaliteit bij de overlast-locatie is de rode draad bij de aanpak.
Daarbij is van belang dat de essentiële levensvoorwaarden voor de das ruimschoots behouden blijven of effectief gecompenseerd worden (vereist kennis en ervaring).
* Als de voorwaarde scheppende maatregelen onvoldoende zijn om de das te behouden, zal hij vertrekken en mogelijk elders in zijn territorium gaan graven. Dan zijn alle investeringen om de schade en/of overlast beheersbaar te houden voor niets geweest.
* Duurzame oplossingen hebben dus een intrinsiek preventief effect op het voorkomen van schade elders.




Impressie ontmantelen risicovolle dassenburchten


Het ontmantelen van dassenburchten, die de spoorveiligheid ernstig bedreigen, is een ingrijpende maatregel. Dassenburchten kunnen omvangrijk zijn en moeten onder ecologische toezicht voorzichtig afgegraven worden

Met een endoscoop wordt na elke schep gezocht naar een mogelijk achtergebleven das


Dit is het eind van het hol. Hier wordt de grond onder het spoor te hard, te zien aan de nagelafdrukken van de graafsporen van de das.



Meer over deze 3 uitganspunten




Maatschappelijk belang staat voorop


Bij maatschappij ontregelende schade (verstoring treinverkeer, veiligheidsrisico's, grote economische gevolgen) bij het spoor is snel, effectief en duurzaam herstel het uitgangspunt, maar dan wel op de meest dasvriendelijke manier (wettelijk vastgelegd).
Deze aanpak vraag om maatwerk, ervaring en deskundigheid.

Effectieve en snelle aanpak is belangrijk voor behoud maatschappelijk draagvlakvoor de bescherming van de das.

Oplossingen moeten (uiteraard) voldoen aan wettelijke beschermingsmaatregelen om een duurzame gunstige staat van instandhouding te waarborgen

Oplossingen die op eigen grond (ProRail of RWS) kunnen worden uitgevoerd, zijn veel sneller en economischer te realiseren.
Oplossingen op andermans grond stuit meestal op weerstand of langdurige onderhandelingen.

Grootschalige problematiek als spoor- en verkeersveiligheid vraagt om (kosten-) efficiënte oplossingen
Geen tijd en geld verspillen aan tijdelijke oplossingen en verplaatsen van de problematiek ('verjagen')

Graafactiviteit in relatie tot spoorveiligheid heeft een veel grotere impact dan graafactiviteit in relatie tot verkeersveiligheid bij snelwegen.
Bij spoorwegen heb je te maken met een 'concentrated load' waarbij aantasting van het dragend gedeelte van het talud een veel grotere impact heeft dan bij wegen, met name dicht onder het spoor

Natuur-inclusieve oplossingen.


Bij een natuur-inclusieve oplossing voor overlast problematiek blijft de das in zijn eigen territorium .
Met het toepassen van een passieve verhuizing wordt de das aangemoedigd een voor de spoorveiligheid bedreigende burcht te verlaten en zijn intrek te nemen in een functioneel alternatief nabij. De das kan gedurende en na de ingreep blijven foerageren in zijn eigen vertrouwde leefgebied.
(> meer over passief verhuizen)
Bij deze vorm van verplaatsing wordt zoveel mogelijk gebruikgemaakt van de schuilmogelijkheden die de das al binnen zijn territorium heeft. Na een periode van gewenning kan hij vervolgens de kunstburcht betrekken, mits deze volledig functioneel is. Het is daarbij essentieel dat de toegepaste kunstburcht bewezen geschikt is voor bewoning door de das (> meer over kunstburchten)

Actief verhuizen, het vangen en elders uitzetten van dassen is tegenwoordig om organisatorische en ecologische redenen en door gebrek aan medewerking, nauwelijks meer mogelijk.

Het scheiden van functies (ecologische en constructieve functies) houdt in dat het dragende gedeelte van het spoortalud wordt ontdaan van begroeiing en beschermd tegen ongewenste graafactiviteit (bijvoorbeeld door een ingegraven raster onder het maaiveld of een vertikaal raster). Tegelijkertijd blijft het overige gedeelte naast het spoor zoveel mogelijk intact, met de bestaande begroeiing als leefgebied voor flora en fauna, waaronder dassen.
Voldoende beschutting bij de burcht en langs de routes naar de voedselgebieden is essentieel voor een das om zich veilig te voelen en deze gebieden daadwerkelijk te benutten. Wanneer de natuurlijke dekking (deels) door werkzaamheden verloren is gegaan, kan deze snel worden hersteld met takkenbossen. Hoewel aanplant ook een optie is, vergt dit vaak jaren voordat het voldoende ontwikkeld is om de das de noodzakelijke bescherming te bieden.

Bij deze kunstburcht naast het spoor bij Molkwerum is de dekking effectief hersteld met takkenbossen ingeklemd tussen weilandpaaltjes

Overlast beheersbaar maken


De ecologische functies die essentieel zijn voor de das, zoals voldoende rust en beschutting, moeten zoveel mogelijk behouden blijven en waar nodig gecompenseerd worden. Dit voorkomt dat de das een beveiligde en beheersbare locatie verlaat. Daarbij wordt rekening gehouden met de bestaande omgevingsfactoren die ervoor hebben gezorgd dat de das juist deze, voor het spoor risicovolle, locatie heeft gekozen en daar in principe wil blijven wonen.

Alles wat door de ingreep verloren gaat, moet zo goed mogelijk worden gecompenseerd, bij voorkeur op een manier die direct functioneel is. Bijvoorbeeld door bestaande dekking te vervangen met een haag van snoeihout.

Indien de das toch vertrekt, zijn alle getroffen preventieve maatregelen op die locatie overbodig geworden en zal wellicht elders opnieuw een aanpak nodig zijn. Om die aantrekkelijkheid te vergroten kunnen ook extra vestigingsmogelijkheden voor de das worden gecreëerd.

Een methode die ProRail al heeft toegepast, is het uitsparen van ingerasterde inhammen in een ingerasterd talud. Hier kan de das graven tot het met ingegraven gaas afgeschermde constructieve gedeelte. Door op zo'n plek alvast een begin te maken, bijvoorbeeld met een stuk gresbuis, wordt de das gestimuleerd om daar verder te graven.

Op een kaal gemaakt talud worden hogere bomen zoveel mogelijk gespaard. Hoewel deze de locatie voor de das minder aantrekkelijk maken, dragen ze bij aan een fraaier landschappelijk beeld.

Nog in ontwikkeling